Banh Can, Vietnamese Zilveren-dollarkoekjes

Bereiding

Zet een avond van tevoren rijst en boontjes te weken in water dat 3 cm boven de rijst staat. Laat minstens 5 uur, liever de hele nacht, weken bij kamertemp. Week de gedroogde garnalen enkele uren of de hele nacht in heet water. Snij de gepelde garnalen in de lengte door. Spoel de rijst en bonen 3-4 keer tot het water helder blijft en laat uitlekken. Doe 1/2 liter bij het mengsel. Maal in de foodprocessor met kleine hoeveelheden tegelijk telkens 1 minuut tot het dik en glad is. Er moeten nog kleine stukjes rijst te zien zijn en het geheel moet dik als yoghurt zijn. Laat de garnalen uitlekken en maal tot een grove pasta. Werk door een grove zeef, de garnalenpasta moet los en luchtig worden. Verhit 125 ml sla-olie in een steelpannetje tot het bijna begint te roken. Voeg lente-ui toe, neem van het vuur. Verhit een poffertjespan, liefst van gietijzer, 1 minuut op hoog vuur. Doop keukenpapier in olie en vet elk holletje in. Draai het vuur middelhoog. Maak eerst, net als met pannenkoeken, een proefbaksel, die mislukt meestal: doe 1 lepel beslag in elk holletje en doe een deksel op de pan. Verwijder na 3 minuten het deksel. Verwijder de koekjes met een lepeltje en laat uitlekken op keukenpapier. Pas nu worden de echte koekjes gebakken: doe 1/2 theelepel olie in elk holletje, giet er 1 lepel beslag in, dan 1/2 garnaal erop, en bak de koekjes 3 minuten tot ze van onder knapperig en goudbruin zijn. Temper eventueel het vuur als ze van onder te donker worden. Herhaal dit tot beslag en garnalen op zijn. Schep op de individuele bordjes een lepel nuoc cham. Leg op elk bordje zo′n 6 koekjes. Doe op elk koekje een theelepel lente-ui met wat van de bijhorende olie en strooi er een flinke mespunt gedroogde garnalen over. Warm serveren, met een lepel om flink wat nuoc cham op te kunnen scheppen.