Gebruik bij voorkeur rauwe garnalen voor dit recept, maar met gekookte lukt het ook. Spoel ze af en dep ze heel goed droog. Meng in een keukenmachine de knoflook, voorjaarsuien, gember, maizena, sherry, sesamolie en zout en peper naar smaak. Draai tot alles goed is vermengd en voeg dan de garnalen en de reuzel toe. Draai tot een gladde massa. Voeg de eiwitten toe en draai tot een homogeen mengsel. Leg de sneetjes brood op een werkvlak en besmeer ze gelijkmatig met de garnalenpasta. Wentel de besmeerde kant door sesamzaad. Leg de sneetjes afgedekt 1 uur of tot gebruik in de koelkast. (Indien niet op dezelfde dag verwerkt, kan men ze invriezen en zonder ontdooien bakken). Verhit de olie in een koekenpan en bak de sneetjes een voor een aan beide kanten goudbruin. Laat ze uitlekken op keukenpapier en houd ze warm, terwijl u de andere bakt. Snijd de toost vervolgens in vieren en serveer direct.