Deze chocoladecakejes worden gebakken in papieren vormpjes (doorsnede 4-6 cm) die ook wel caissebakjes worden genoemd; ze zijn verkrijgbaar in verschillende maten. Verwarm de oven voor op 155°C. Roer roomboter en basterdsuiker met een garde of mixer luchtig en smeuig. Voeg al roerend een voor een de eieren, en na het eerste en tweede ei een eetlepel bloem toe. Het toevoegen van een klein gedeelte bloem na een ei is om te voorkomen dat het beslag gaat schiften. Blijf roeren tot een glad beslag is ontstaan. Vermeng de rest van de bloem met het cacaopoeder en meng dit met een spatel door het botermengsel. Doe het cakebeslag in een spuitzak met een glad mondstuk (doorsnede 1 cm) en spuit de papieren vormpjes tot driekwart gedeelte vol. Plaats ze op een bakplaat en bak de cakejes in circa 18 minuten gaar in de voorverwarmde oven. Controleer ze op gaarheid door er tot het midden een naald in te steken. Als de naald er warm en schoon uitkomt, zijn de cakejes gaar. Verwijder na enkele minuten voorzichtig de papieren vormpjes en laat de cakejes op een taartrooster afkoelen. Gameer ze desgewenst decoratief met chocolade, slagroom, poedersuiker of een nootje.