Week de abrikozen gedurende 12 uur in de witte wijn. Breng ze daarna aan de kook met de suiker en laat ze enige uren zachtjes trekken. Zeef het geheel, voeg cognac toe aan het vocht en laat dit inkoken tot ca. 4 dl. Leg in de buikholte van de fazant een klontje boter en bestrooi de binnenkant met tijm en laurierpoeder. Bestrooi de buitenkant met zout en peper. Verdeel de overige boter in klontjes in een ovenschaal of braadslede en leg hierop de fazant. Plaats de schaal in een voorverwarmde oven (200 graden), gedurende ca. 10 minuten. Daarna op 175 graden, ca. 80 minuten. Bedruip de fazant regelmatig met het braadvocht en voeg eventueel wat abrikozenvocht toe. Neem de fazant uit de schaal, houd deze warm en voeg abrikozen met het vocht toe. Verwarm dit nog even en voeg 50 gram koude boter in klontjes toe om het vocht te binden. Tip: Bind het vocht met maizena of aardappelmeel (meng maizena of aardappelmeel altijd aan met vocht als water of bouillon om te voorkomen dat er klontjes ontstaan). Serveertip: Fazantschotel uit de oven met abrikozen, spruitjes, sla en gebakken aardappelschijfjes