Verwarm de oven voor op 160° C. Snijd het vlees in blokjes. Snijd de gepelde uien in stukken. Smelt 75 gram boter en het spekvet (of het vet van opgespaarde jus) in een braadpan en bak hierin de uien en het vlees ca. 4 minuten. Roer het paprikapoeder, de voorverwarmde wijn, het bouillontablet, de gekneusde jeneverbessen, de zilveruitjes en ca. 1 dl warm water door het vlees. Steek de kruidnagels in de laurierblaadjes en doe deze erbij. Laat het vlees, afgedekt, ca 2 uur in de voorverwarmde oven sudderen*. Kook ondertussen de geschilde en kleingesneden aardappelen in water met wat zout in ca. 20 minuten gaar, giet ze daarna af en stamp ze fijn. Verwarm de melk en meng die erdoor. Breng de puree op smaak met peper en zout. Verwijder de laurierblaadjes, snijd de geschilde appels in stukjes en schep ze door het vlees. Doe het vleesmengsel over in een vuurvaste schaal, schep de aardappelpuree erop, strijk dit even glad en bestrooi met paneermeel. Verdeel hier 25 gram boter in klontjes over.** Zet de oven op 175° C en laat hierin de jachtschotel ca. 30 minuten warm worden en gratineren. tip. Lekker met rodekool.