Marineer het varkensgebraad gedurende een week in een marinade van rode wijn, een ui, selderstengel, lookteentje, wortel en kruidentuiltje. Dep het gemarineerde vlees goed droog en schroei het aan alle kanten dicht. Kruid met peper en eventueel zout. Zet het gebraad in een voorverwarmde oven van 160 graden en laat het zowat één uur garen. Kook de rozijnen gaar in water en madeirawijn. Versnipper een ui en stoof die aan in wat boter. Bestrooi met bloem en bevochtig met het marinadenat en de madeirawijn. Voeg er de rodebessenconfituur aan toe en laat tot de gewenste dikte inkoken. Kruid eventueel bij met cayennepeper. Haal door een zeef en voeg de gekookte rozijnen toe. Serveer met aardappelkroketten.