De vulling een dag van tevoren maken. Snijd de vruchten in kleine stukjes. Doe alle ingrediënten voor de vulling in een schaal. Laat dit 12 uur weken, schep af en toe om. De volgende dag: los de gist op in het water en maak met 1/3 van het meel een deeg. Kneed 5 minuten. Doe het ei, de specerijen en het zout erbij en kneed gaandeweg het grootste deel van het meel erdoor. Het deeg moet soepel, maar niet plakkerig zijn. Laat een uur rijzen. Laat ondertussen de vulling uitlekken: stevig aanduwen in de zeef! Sap bewaren. Duw het deeg plat. Kneed het fruit en de noten erdoor, met eventueel wat extra bloem. Het kan er echt allemaal in. Kneed tot het deeg samenhangend is. Verdeel het deeg in twee stukken en vorm er lang-werpige broden van. Dek af en laat een uur rijzen. Maak het glazuur door het eigeel los te roeren met wat van het weekvocht van het fruit, smeer de broden ermee in. Bak de broden af in 45 minuten op 190° C.