Bak de hammetjes mooi bruin in een hete pan. Laat ze verder gaar worden in een voorverwarmde oven van 180°C. Kruid ze goed af met peper zout en oregano. Maak van de aardappelen een lekkere puree. Schil de ajuinen en snij ze fijn. Bak ze in een hete ketel met wat boter. Voeg er dan de zuurkool, jeneverbessen en laurier toe, meng alles goed onder elkaar en blus met witte wijn en laat dat dan rustig sudderen. Als de hammetjes gaar zijn, haal ze uit de oven en blus de pan met vleesbouillon. Doe de zuurkool in een diep warm bord. Leg hierop het hammetje en napeer met een beetje vleesjus. Bestrooi dit alles met een beetje gehakte peterselie. Serveer hierbij de puree en een potje mosterd.