Het gebraad zijdelings insnijden en vullen met de in blokjes gesneden gedroogde ham. Kruiden met peper, zout, nootmuskaat en marjolein. De boter verhitten met de olie in een pan met deksel. De jeneverbessen toevoegen en het gebraad 40 minuten laten bakken op matig vuur. De geschilde appelpartjes bestuiven met kaneelpoeder en ze rond het vlees schikken. Overgieten met de madera en nog 15 minuten laten smoren. Het vlees en de appelpartjes uit de pan nemen, deglaceren met een scheut water en laten inkoken. De gepelde, ontpitte en uitgelekte druiven erdoor roeren en laten doorwarmen. Het vlees in plakken snijden en op een verwarmde schotel leggen omringd met appelpartjes en druiven. Overgieten met de saus, garneren met peterselie en serveren met aardappeltjes in de schil.