Maak een inkeping aan de zijkant van elke filet en leg ze op een bord. Pers het sap uit de citroen. Sprenkel vervolgens het sap over en in de filets. Laat ongeveer 6 uur marineren. Laat de filets uitlekken als dat nodig is. Bestrooi de binnen- en buitenkant met peper en zout. Verdeel de blaadjes salie en oregano over de inkepingen in de filets. Vervolgens de opening dicht maken met een satéprikker. Verhit de olie in een koekenpan. Pel de knoflook, snijdt in dunne plakjes en laat bruinen in de pan. Leg de knoflook daarna apart. Laat de kalkoenfilets ongeveer 10 minuten garen in dezelfde koekenpan. Snijdt de filets in dikke plakken. De oven voorverwarmen op 210°C. Laat de mozarella uitlekken en snijdt het in plakjes en vervolgens in kleine dobbelsteentjes. Was de tomaten en verwijder het groen. Snijdt ze in dunne schijfjes. Vet een ovenschaal in. Verdeel nu de ingrediënten over de schaal in deze volgorde: een plakje vlees met daar bovenop een schijfje tomaat. Bestrooi met peper en zout, de gebakken knoflook, mozzarella en geraspte pecorino. Laat 15 tot 20 minuten in de oven gratineren.