De vissen in een schotel leggen, samen met de helft van de cider, ciderazijn, citroensap, tijm, peterselie, laurier, peper en zout en zachtjes laten gaarstoven gedurende 20 minuten in een oven van 190 graden. Voor de saus de boter smelten samen met de suiker. De geschilde en in stukken gesneden appels toevoegen en de rest van de cider. Tot moes koken en de saus zeven. Bij het opdienen de vissen versieren met schijfjes citroen, waterkers en paprikapoeder. De saus apart serveren. Deze bereiding kan ook met haring of forel.