Een steelpan met knoflook inwrijven. Beide kaassoorten raspen of fijnsnijden. De wijn met het citroensap en de kaas al roerend aan de kook brengen. Het zetmeel met de kersenbrandewijn mengen en door het kaasmengsel roeren. Op smaak brengen met peper en nootmuskaat. Het mengsel nogmaals kort opkoken, totdat het glad en cremig is. Daarna op een réchaud op tafel zetten. De fondue tijdens het eten verder laten pruttelen en steeds weer roeren, zodat het een gebonden massa blijft. Eet de fondue door de stukjes brood aan een lange vork te prikken en ze in het kaasmengsel te doppen. Indien de fondue te dun geworden is, voeg dan nog wat geraspte kaas toe. Is het mengsel te dik geworden, verdun het dan met wat wijn.