Nootjes van staartvis onder gembergratin

Bereiding

Laat de staartvis oppervlakkig ontdooien zodat u de stukken in nootjes van ongeveer 3 cm kan snijden. Snij de bloemkool in kleine roosjes en de worteltjes in dunne schijfjes. Schil de gember. Rasp fijn. Knijp flink uit en vang het sap op. U moet 1,5 eetl. sap bekomen. Meng de mascarpone met 1 eetl. gembersap, peper en zout. Verwarm de boter in een ruime pan en doe er de bloemkoolroosjes en wortelschijfjes in. Voeg de diepgevroren kervel toe. Laat al roerend gaar stoven op een matig vuur (± 5 à 8 min.). Kruid met peper, zout, nootmuskaat en 1/2 eetl. gembersap. Haal de groenten uit de pan en hou warm (in de oven bv.). Leg de nootjes staartvis in de pan en dek af. Laat zachtjes gaar worden gedurende 10 à 12 min. Schik de visnootjes in een ovenschotel en bedek met een portie mascarpone. Plaats in de voorverwarmde oven (200 °C) gedurende 3 à 5 min. en zet nog even de grill aan voor een licht goudbruin korstje. Schik een of meerdere nootjes staartvis op elk bord en omring met warme groentjes. Lepel er nog wat overgebleven saus van de gratin over en dien onmiddellijk op. Geef er minibroodjes bij.