Parelhoenfilet met gepelde druifjes in cognacsaus

Bereiding

Voor de parelhoenfilets: Laat een klontje boter goed heet worden in een bakpan. Laat de parelhoenfilets kort en krachtig aan beide zijden bakken tot ze een mooie goudbruine kleur krijgen. Kruid het vlees en laat het nog enkele minuten bakken. Bak de parelhoenfilets zeker niet te lang; zo blijft het vlees lekker sappig. Haal het vlees uit de pan en maak de saus in het braadvocht van de parelhoenfilets. Voor de cognacsaus: Deglaceer het braadvocht met de kippenbouillon en het sap van de gepelde druiven. Laat de bouillon even inkoken en meng er dan de room en de cognac er doorheen. Breng de saus op smaak met peper en zout en laat koken tot ze de gewenste dikte heeft. Voeg de gepelde druifjes toe en laat ze nog even meesudderen. Schik de parelhoenfilets op verwarmde borden en overgiet ze met de saus. Serveer met warm fruit (perziken, peren, appelmoes…) en met kroketjes of pommes duchesse.