Zet de pruimen een nacht van tevoren in de week. Maak een korstdeeg door de harde boter in de gezeefde bloem met zout te wrijven en er met een vork, onder toevoeging van wat melk, een los kruimelig deeg van te maken. Rol dit tot een bal en laat die, in folie gewikkeld, 2 uur rusten in de koelkast. In die tijd maakt u de vulling. Stoof de in stukjes gesneden pompoen zachtjes in de boter tot een dikke puree. Voeg er de ontpitte pruimen, de suiker en de room aan toe. Roer het geheel goed door elkaar. Rol het deeg uit tot twee ronde plakken. Bekleed met de ene een beboterde taartvorm, schep de vulling erin en dek dit af met de tweede plak. Zet de taart in een goed voorverwarmde oven (200 graden), laat het 10 minuten bakken en draai dan de oven op 175 graden en laat de taart zachtjes in ongeveer een half uur gaar bakken. Als de bodem dan nog niet gaar is dekt u de taart af met folie en zet hem er nog even in, de bodem is dan ook goed gaar.