Laat de frambozencoulis ontdooien. Laat de ananasschijfjes uitlekken en vang het sap op. Snij in kleine stukjes. Splits het vanillestokje en schraap er de zaadjes uit. de dag vooraf : Maak de korst: doe de speculaas- en de petit-beurrekoekjes in een plastic zak en plet fijn met een deegrol. Meng de koekjes samen met 2,5 dl citroensap en 3 eetl. zachte boter met de vingertoppen tot een kruimelige massa. Leg een vel vershoudfolie in een ronde kom met rechte randen (diameter +/- 18 cm). Laat de folie over de rand uitkomen. Verdeel er de koekjesmassa in en druk goed aan tot een gladde laag. Verdeel de ananasstukjes over de bodem. Doe de mascarpone, de eierdooiers, de suiker en de vanillezaadjes in een hoge beker en klop tot een gladde massa. Laat de gelatineblaadjes enkele min. weken in een kom koud water. Verwarm intussen 1,5 dl ananassap en los er de uitgeknepen gelatineblaadjes in op. Meng door het mascarponemengsel. Klop de eiwitten zo stijf mogelijk en schep er het mascarponemengsel door. Lepel het mengsel over de ananasstukjes en laat min. 6 u opstijven in de koelkast. Haal de taart met folie voorzichtig uit de vorm en verwijder de folie. Snij de taart in punten en leg op de borden. Versier met wat frambozencoulis en leg enkele stukjes fruit naar smaak op de borden (bv. aardbeien of druiven).