Maak eerst de tartaar saus. Meng de look, de sjalot, de augurkjes, de kappers en wat peterselieblaadjes in een keukenrobot. Mix alles zo grof of zo fijn als u zelf verkiest. Voeg dan de mayonaise toe, de lepel olijfolie en wat citroensap en mix alles nog eens langzaam. Uiteindelijk doet u wat chapelure bij de saus. Proef alvorens af te werken met zout en peper. Dep de vis droog met wat keukenpapier en bestrooi beide kanten met fijne bloem. Warm de olijfolie in een anti-kleefpan en leg de roggevleugels in de pan zodra de olie heet is. Verminder daarna het vuur en laat ze langs elke zijde gedurende 4 à 5 min bakken. Zodra de vis klaar is, kunt u ze op warme borden serveren. Versier het bord met wat platte peterselie en citroen. Serveer met wat gekookte aardappelen en de tartaarsaus.