Maak de venkelknol schoon, verwijder de vezels, schil de knoflook en de sjalot en snijd alles in reepjes. Giet de rode wijn in een kookpan, voeg er de groentereepjes bij, evenals de tijm, de rozemarijn, het laurierblad, de kruidnagel, de peper- en korianderbolletjes. Breng aan de kook. Laat de vloeistof afkoelen alvorens er de olijfolie en de cayennepeper door te mengen. Overgiet het vlees met de marinade en laat twee uur intrekken op een koude plek. Draai het regelmatig om. Haal het vlees uit de marinade en droog het af met keukenpapier. Verwarm de oven voor op 200°C. Verhit de geklaarde boter in een braadslee, bestrooi het vlees met peper en braad het in de oven. Spoel de peterselie, knijp droog en hak fijn. Meng het met de mosterd. Bestrijk het vlees na 10 min. braadtijd met de gepersilleerd mosterd en laat nog 20 min. braden op 180°C. Haal het vlees uit de oven en houd het warm onder aluminiumfolie. Bestrooi met zout. Giet het braadvocht weg, deglaceer de bodem van de braadslee met de marinade, zeef en laat inkoken. Ontvet de saus met keukenpapier en bind met de koude klontjes boter. Snijd het vlees in plakken en geef er de saus afzonderlijk bij.