Oven voorverwarmen op 200 graden. De rösti in een koekenpan al omscheppend ca. 5 minuten bakken in 30 gram boter. De kappertjes erdoor scheppen en op smaak brengen met zout en peper. Intussen ¼ liter water met de wijn, laurierblad, zout en het verkruimelde halve bouillonblokje aan de kook laten komen en daarin de kabeljauw ca 6-7 minuten laten pocheren tot het gaar, maar nog wel stevig is. De vis uit het vocht halen (vocht bewaren!) en in niet al te kleine stukken verdelen. In een steelpan de rest van de boter smelten. Bloem toevoegen en goed roerend in een minuutje gaar laten worden. Pocheervocht (laurierblaadje eruit halen) scheutje voor scheutje steeds roerend toevoegen tot het een dikke gebonden saus is geworden. Crème fraiche en peterselie erdoor roeren. Stukken vis over 2 ingevette eenpersoonsschaaltjes (of eventueel één grotere) verdelen en daarover de saus verdelen. Even omroeren. Daar weer de rösti met kappertjes over verdelen en tenslotte de geraspte kaas erover strooien. De schaaltjes ca. 20 minuten in de oven zetten. Met dank aan anna