Voor het gistdeeg: bloem in een kom, en een kuiltje maken. De boter in stukjes erin, het ei erbij en de opgeloste gist (suiker en gist in de licht verwarmde melk roeren) onder elkaar mengen en kneden tot een deegbal. Het deeg een half uur laten rijzen. Voor de pudding: de dooier en de suiker wit en schuimig kloppen terwijl de melk aan de kook gebracht wordt. De vanillebloem onder de schuimige massa kloppen. Op dit mengsel al roerende de warme melk gieten en dit mengsel terug in de kookpot gieten. Tot aan het kookpunt brengen en naast het vuur laten afkoelen. Het deeg uitrollen en in een gewone ingevette taartvorm leggen. De bodem lichtjes inprikken en zijkanten insmeren met geklopt ei. De bodem vullen met pasteibakkersroom en daarop een laag abrikozenmoes leggen. In een voorverwarmde oven van 200 °C gedurende 20 min. bakken. De taart volledig laten afkoelen en besmeren met een laag slagroom en er de chocoladeschilfers over strooien.