Breng in een grote pan, lichtgezouten water aan de kook. Doe de garnalen en de st-jacobsschelpen erin en laat 10 minuten zachtjes koken, verwijder de zeevruchten en bewaar het kookvocht in een kom. Smelt in dezelfde pan de boter en fruit hierin de ui, look en de paprika's tot alles glazig is, maar laat de groente niet bruin worden. Doe er dan de bloem bij en meng goed tot alle groenten bedekt zijn. Voeg daarna langzaam, onder voortdurend roeren, wat van het kookvocht toe. Meng het surimivlees erdoor. Roer eer dan de melk door en maak het op smaak met peper en zout. Voeg de marjolein, basilicum en de dragon toe en laat alles nog even heel zacht sudderen, voortdurend roerend tot de saus de gewenste dikte heeft bereikt. Haal de pan van het vuur en zet even apart. Ondertussen is de spaghetti in een grote pan in licht gezouten water ongeveer een 6 à 8 minuten gekookt tot de spaghetti beetgaar is. Laat de spaghetti uitlekken en bedek die dan met de zeevruchtensaus. Serveer meteen.