Verwarm de oven voor op 210°C (stand 7). Snij de korsten van de broodsneden af, leg ze op een bord en giet er een glaasje melk over. Schil de sjalotten en hak ze fijn. Stoof ze in een pan, op een zacht vuurtje, met een eetlepel olijfolie. Snij de gevogeltelevers in stukken. Doe ze in een kom met twee eetlepels cognac, peper en zout. Spoel en droog het bieslook en snij het vervolgens in dikke stukken. Breek de eieren in de kom van de mixer. Doe er 6 eetlepels vloeibare room, het casinobrood en het bieslook bij. Mix tot u een mooi homogeen mengsel krijgt. Doe er peper en zout bij. Voeg er de sjalotten, de gevogeltelevers en hun marinade aan toe. Mix opnieuw, maar laat de bereiding klonterig en breng ze op smaak. Boter de wanden van een terrine of een cakevorm lichtjes in en giet er de bereiding in. Zet de vorm op een holle schotel met ongeveer 4 cm water erin. Stop de schotel minimum 1 uur en maximum 1 uur en 10 minuten in de oven. De terrine is voldoende gebakken als u er met een mes in prikt en er geen terrine aan blijft kleven. Laat het gerecht 2 tot 3 uur afkoelen op een frisse plaats. Serveer het goed fris.