Yorkshire pudding met appel

Bereiding

Klop het ei los. Gebruik een laag bakblik van circa 15x15 cm, of vier individuele bakblikjes. Yorkshire pudding is over de gehele westerse wereld bekend, en de mensen uit Yorkshire houden vol dat alleen iemand uit Yorkshire het maken kan. Oorspronkelijk werd vlees klaargemaakt door het boven het vuur te hangen, en het vet werd opgevangen in een bakblik, om later voor de pudding te gebruiken. (Gebruik gesmolten rundvet, reuzel, desnoods een klontje nieuw frituurvet, maar in geen geval margarine of boter) Yorkshire pudding werd als eerste gang van een menu geserveerd, soms met een druppel frambozen azijn of wat jus. Het wordt in Yorkshire niet altijd bij rundvlees gegeven: het wordt gekruid met gehakte munt bij schape- of lamsvlees, met salie bij geroosterd varkensvlees, en wat van het beslag werd achtergehouden voor het dessert, op smaak gebracht met suiker, kaneel en geraspte appel of krenten. Waar het ook bij geserveerd wordt, het moet meteen van de oven op de tafel komen. Berei- ding Warm de oven voor op 225 graden Celcius. Zeef de bloem en het zout in een kom, en maak een kuiltje in het midden. Voeg het losgeklopte ei en de helft van de melk toe, en meng het beslag krachtig tot een egale pasta, minstens 5 minuten. Schil de appelen, rasp ze en voeg de appelrasp aan het beslag toe. Kaneel naar smaak toevoegen. Voeg de rest van de melk toe en meng weer krachtig. Verdun het beslag met koud water tot het de dikte heeft van dikke room. Laat het 30 minuten rusten. Zet het bakblik met het vet een paar minuten in de hete oven, zodat het goed heet wordt. Het vet moet zo heet zijn dat het beslag sputtert als het in het blik wordt gegoten. Voeg met de vingers nog een paar druppels koud water aan het beslag toe, en roer het door met een vork. Giet het beslag in het hete vet, en zet het bakblik meteen boven in de hete oven. Bak een grote pudding 35-40 minuten, de kleine puddingen 15-20 minuten. Doe de ovendeur niet open voordat de minimum baktijd is ver streken. De pudding moet van buiten goudgeel en knapperig zijn, en van binnen romig maar wel gaar.