Laat de sardines in de winkel schoonmaken (kop, ingewanden en schubben verwijderen). Was ze opnieuw voor gebruik en haal eventuele resten van schubben weg. Schik de sardines naast elkaar in een schotel en zet ze koel weg. Giet een glas witte wijn en een glas water in een kleine pan. Doe er de steranijs bij en breng aan de kook. Haal de pan van het vuur zodra het vocht kookt en laat nog 10 minuten trekken. Laat het aftreksel volledig afkoelen, giet het over de sardines en kruid met wat zout, enkele korreltjes peper en de tijm. Laat 30 minuten marineren op een koele plaats. Verwarm de oven voor op 180° (gasoven 7). Pel de sjalotten en de lookteentjes en hak ze fijn. Was de tomaten en haal ze van de tros. Maak de venkelknollen schoon en snij ze in blokjes. Verhit de olijfolie in een braadpan en fruit de sjalotten en de knoflook goudbruin. Voeg er de tomaten in hun geheel bij. Plaats het deksel op de pan en stoof 15 minuten op een matig vuur. Haal de tomaten uit de pan en schik ze in een vuurvaste schotel. Doe nu de stukjes venkel in de braadpan en stoof ze 5 minuten. Haal de sardines uit de marinade en leg ze in de schotel bij de tomaten. Doe er de venkelpartjes bij. Giet de helft van de marinade in een kom en voeg de pastis toe. Meng goed en giet over de sardines. Breng op smaak met zout en peper en zet de schotel 15 minuten in de oven. Besprenkel net voor het opdienen met citroensap.