1 Roer in een kleine pan met een dikke bodem de suiker, melk en room door elkaar en verwarm alles op heel zacht vuur tot de suiker is opgelost. Roer af en toe.
2 Breng vervolgens het mengsel op iets hoger vuur aan de kook. Voeg de vruchtensiroop toe en laat het geheel inkoken tot het de goede dikte heeft. Dit kun je controleren door even door het mengsel te roeren en dan een druppel in een kommetje met koud water te laten vallen. Als de druppel in het water zijn vorm behoudt, is het mengsel voldoende ingekookt (dit duurt ca. 10 minuten).
3 Neem de pan van het vuur en roer het mengsel met een houten lepel goed door tot het ondoorzichtig wordt en je de lepel over de bodem van de pan hoort krassen.
4 Schenk het suikermengsel in één keer in het met bakpapier beklede bakje. Je kunt borstplaat ook in koekvormpjes gieten. Laat de borstplaat afkoelen tot er witte vlekjes zichtbaar worden. Snijd daarna de borstplaat in stukken of druk hem voorzichtig uit de koekvorm.