Spoel het konijn af en dep het droog. Meng de olie met de gesneden sjalotten, de gesnipperde knoflook, de tijm, de peterselie, het verkruimelde laurierblad en de kruidnagels. Verdeel dit over het konijn en laat het enkele uren (bij voorkeur 24 uur) in de koelkast marineren. Verhit de olie van de marinade in een braadpan en bak de stukken konijn rondom bruin. Voeg de bouillon toe en laat het met een deksel op de pan 25 minuten stoven. Neem het gare vlees uit de pan en houd het warm. Zeef het stoofvocht boven een steelpan en voeg de wijn en champignonplakjes toe. Kook het vocht een beetje in. Kneed van de boter en de bloem een balletje en klop dit in kleine beetjes door de saus tot de gewenste dikte is bereikt. Kook de saus in enkele minuten door en breng het op smaak met zout, suiker en cayennepeper. Lekker met aardappelkroketjes en rode kool met stukjes gember.