De konijnenrug wassen, met keukengaren bij elkaar binden en samen met de geplette botten in een pan leggen. De rozemarijn en de gehakte sjalotten toevoegen en met witte wijn bedekken. Voeg zout toe en laat op zacht vuur 20 minuten koken. Van het vuur nemen. De gelatineblaadjes in koud water weken, door de kookvloeistof van het konijn roeren en door een zeef gieten. De artisjokbodems koken, laten afkoelen en in plakken snijden. Het bindgaren verwijderen, de gelei over het vlees gieten en koud wegzetten. De plakken artisjok en de gemengde sla ieder apart met vianaigrette op smaak brengen. Het met gelei bedekte konijnenvlees in ronde plakken snijden. De sla over de borden verdelen. In het midden van ieder bord een artisjokboem leggen en de plakken konijn er omheen schikken. Met kervelblaadjes garneren en met grof gehakte gelei bestrooien.