Braad de konijnenbouten even lichtbruin in boter of olie. Voeg ui, wortel en knoflook toe en smoor ze zachtjes even mee. Doe er dan een flesje Rodenbach Grand Cru bij, breng het geheel aan de kook, voeg de tijm toe en stoof dan op een laag vuur nog ongeveer 2 uur. (Het vlees moet echt helemaal gaar zijn en bijna van de botjes vallen) Je kunt zo nodig, een klein beetje bouillon toevoegen. De bedoeling is dat er nog wat vocht over is. Neem dan de bouten uit de pan en bind de saus eventueel met wat beurre manié. Dien de konijnenbouten op met een paar stukjes van de ui en wortel en een schepje saus. Wij aten er een puree bij van aardappelen en knolselderij; 400 gram knolselderij en 600 gram aardappelen, schillen en in stukken snijden. Gewoon samen koken met wat zout en als ze gaar zijn, afgieten en door de pureeknijper of met de pureestamper fijnstampen. Een flinke klont boter of een scheut olijfolie erdoor roeren. En spruitjes gewoon kort gekookt met een klontje boter erover en wat nootmuskaat. Wij dronken er natuurlijk een glas Rodenbach Grand Cru bij.