Schil de appels, snijd ze in kwarten en snijd de klokhuizen eruit. Breng het appelsap met de suiker al roerend aan de kook, schep de appelstukken in de pan en kook ze in 10 minuten tot moes. Boen de citroen schoon en rasp de schil boven de moes. Pureer de appels of draai ze fijn in een groentemolen. Laat de moes afkoelen, schep het in een plastic (diepvries) doos en vries het minstens 4 uur in. Schep de moes elk half uur over in een kom en klop het glad met de mixer. Of gebruik een ijsmachine. Klop het eiwit stijf en spatel dit de laatste keer na het loskloppen door het appelijs. Schep het ijs in een bewaardoos en vries het in tot gebruik. Bestuif 6 borden eerst met poedersuiker, daarna met kaneel. Leg op elk bord een kletskop en leg daarop een zo groot mogelijke bol appelijs. Garneer het met een kruidnagel en 2 blaadjes citroenmelisse tot een appeltje van ijs. Voor de liefhebbers: schep er een lepeltje rumrozijntjes over.