Bereiding
Bereid de marinade 2 dagen voordien: hak de wortel, de ui, de sjalotjes en de look, voeg de overige ingredienten toe. Schik het gebraad in de marinade met wat peper en zout, dek af. Plaats in de koelkast en draai het gebraad regelmatig (minstens om de 12 uur) om. De dag zelf: haal het gebraad uit zijn marinade, dep droog met keukenpapier, smeer in met peper, bestrooi met wat zout. Smelt in een braadkom 50 g boter, en laat het gebraad langs elke zijde mooi goudbruin bakken. Laat, op een wat zachter vuur en half afgedekt, nog 30 min. braden. Draai af en toe om en overgiet indien nodig met wat marinade. Op het einde van de braadtijd: verwarm de kastanjepuree, voeg de room toe. Verwarm de fond, voeg de azijn, de bosbessen en de resterende peper toe. Laat 2 min. inkoken, neem van het vuur en voeg dan al kloppend de boter toe. Breng op smaak. Serveer het gebraad in sneetjes, met kastanjepuree en de bosbessensaus.