Bereiding
Het spek doet u met een 1/2 l heet water in de pan. Op grote pit of bij hoge stand aan de kook brengen. Dan de hitte zoveel mogelijk terugnemen (kleine pit, lage stand) en zo'n 30 minuten laten doorsudderen. In de tussentijd de boontjes schoonmaken en zonodig afhalen. Boontjes en peertjes wassen en in vergiet laten uitlekken. Voor dit gerecht moet U kleine, stevige stoofpeertjes nemen; die hoeft U niet te schillen of van de steeltjes te ontdoen. Bonen, bonekruid en peertjes bij het spek in de pan doen, eventueel water toevoegen. Aan de kook brengen, pan afsluiten en op kleine pit laten doorsudderen. De 30 minuten stooftijd is een gemiddelde, want in feite moet U rekening houden met de stevigheid van peren en bonen. Als u bijv. heel jonge, tere boontjes hebt, moet U deze pas 10-15 minuten na de stoofpeertjes in de pan doen. Met een schuimspaan neemt u het spek uit de pan en U snijdt het in dunne plakjes. Peertjes en boontjes schikt U in een grote platte schaal en drapeert daaroverheen de plakjes spek. Per portie; 14 g e, 66 g v, 34 g kh. 829 kcaL 3MHJ Dit is een Noordduitse specialiteit, die met aardappelen en peterselie zelfs een hoofdmaallijd kan vormen. Koud bier smaakt er goed bij.
Voorbereiding in de Römertopf: De toebereiding in de oven in een dergelijke keramiekschaal maakt dit gerecht nog geuriger, u moet dan echter wel rekening houden met 25 minuten extra stooftijd