Bestrooi de biefstukken met peper en druk deze erin. Schil en snipper de sjalotjes en bak deze in de boter glazig. Voeg de suiker toe en laat deze licht karameliseren. Giet de bouillon en de cognac erbij en laat dit alles tot de helft inkoken. Bak de biefstukken in de 40 g boter 3 minuten aan iedere kant. Haal ze uit de pan en bestrooi ze met zout. Giet het ingekookte vocht bij de bakboter en roer alle aanbaksel los. Maak een deegje van de theelepels boter en de bloem en voeg dit vloksgewijs en al roerende toe. Giet een deel van de saus over de biefstukken en geef de rest apart erbij.