1 Was van de vissen alvast de poon, de pieterman, de zeeduivel en de schelvis.
2 Verwarm 1 deciliter olie in de soeppan en fruit daarin de snippers ui met 6 geperste teentjes knoflook glazig.
3 Voeg de stukken tomaat toe met 2 liter kokend water en laat dat weer koken.
4 Leg de gewassen vissen met daartussen het kruidenbuiltje, de peper, en het saffraanpoeder in de pan. Laat de inhoud van de pan zonder deksel onder af en toe schudden, om aanzetten aan de panbodem te voorkomen 10 minuten flink doorkoken. Voeg na 4 minuten de langoustines toe.
5 Was de pepers en verwijder de steeltjes en snipper ze fijn. Wrijf die snippers met 4 geperste teentjes knoflook in de vijzel tot moes. Breng het mengseltje over in de kom en voeg de eierdooier toe. Roer goed en druppel er onder zeer goed en geregeld roeren zoveel olijfolie bij als de dooier kan verwerken, zodat een stevige rode mayonaise ontstaat. Voeg naar smaak zout toe.
6 Snijd het brood in ongeveer 20 plakjes. Leg daarvan 10 in de soepterrine. Zet de rest van de rode mayonaise en de gepelde teentjes knoflook alvast op tafel.
7 Neem de langoustines die gaar geworden zijn uit de vispan en schep daaruit met de vis-of schuimspaan de gare vis over in een diepe schaal. Schenk er wat van de vissoep op en houd de vis afgedekt warm.