Het scharseizoen duurt kort. Ga u er daarom maar een beetje aan te buiten. Eet in principe alleen schar met sla. En wellicht een stuk brood . Knip de vinnen van de schar,was de vissen terdege,van binnen en van buiten,laat ze uitlekken. Kerf ze van boven schuin in,bestrooi ze met zout en laat ze zo een kwartiertje staan. Spoel ze af onder de koude kraan en dep ze droog met keukenpapier. Wentel de vissen een voor een door bloem;schud het teveel aan bloem af. Het is handig om in een papieren zak bloem met iets zout te doen en daarin de vissen te schudden. Laat in een koekpan een laagje olie dampend heet worden. Bak daarin de vissen om de buurt,eerst de lichte,daarna de donkere kant. Als ze bruin zijn,zijn ze ook gaar;dat duurt bij schar niet lang. Laat de vis uitdruipen op keukenpapier dat op een onderlaag van kranten ligt. Leg bij het opdoen de lichte kant boven. Garneer met parten citroen,peterselie en tomaat.