Zeef de bloem boven een kom en maak er met wat karnemelk een glad papje van zonder klontjes. Breng de rest van de karnemelk in een pan met dikke bodem aan de kook en voeg dan, goed roerend, het bloempapje toe. Laat de pap al roerend een paar minuten zachtjes doorkoken. Neem de pan van het vuur en laat de pap afkoelen. Schep er vervolgens de 4 eetlepels basterdsuiker door en giet er al roerend het bier bij. Breng de bierpap weer tegen de kook aan en dien de pap heet op bestrooid met wat kaneel.