Doe de mosslen met het water van hun laatste badje in een ruime pan en kook ze gaar ; zeef het kookvocht en hou de mosselen warm. Stoof de sjalotjes even aan in boter en voeg er het kookvocht aan toe ; laat even inkoken en roer er dan de pastis en de room bij. Voeg - af van het vuur - de peterselie en de losgeklopte eierdooiers toe en breng op smaak met peper en zout.