Brokkel de kaas en prak hem fijn met de peterselie en het ei. Leg op het korte einde van een deegplakje een schepje kaasmengsel. Vouw de lange zijkanten ca. 1 cm naar binnen en rol het deeglapje op in de vorm van een sigaar. Herhaal dit met alle deegvellen. Bewaar de opgerolde ′sigaren′ onder een lichtvochtige doek tot ze gebakken worden. Verhit de olie in een ruime koekenpan en bak de deegrolletjes, een paar per keer, tot ze aan alle kanten goudbruin en knapperig zijn. Laat ze uitlekken op een stuk keukenpapier en serveer ze warm.