Roer de bloem met het zout door elkaar. giet al roerend water erbij. kneed het deeg tot het zacht en soepel is. vorm hiervan balletjes tergrootte van een mandarijn. leg ze op een vlakke, ingevette ondergrond. druk ze plat en duw de plakjes met een geoliede hand uit tot zeer dunne plakken. vouw deze aan alle zijde naar binnen, zodat er vierkantjes ontstaan. bak de pannekoek met boter in een Marokaanse koekepan (farah) of een gewone koekepan en vet hem telkens opnieuw in.