Zeef boven een ruime kom het meel en voeg de gesmolten boter en snufje zout. Meng dit goed door elkaar. Kneed het deeg door geleidelijk water toe te voegen totdat je een gladde en gemakkelijk mee te werken deeg hebt verkregen. Maak er bolletjes van ter grootte van ei en laat het ongeveer 10 minuten rusten. Intussen bereidt je het amandeldeeg voor. Zet de fijngemalen amandelen in een ruime kom. Voeg de suiker, de geraspte citroenschil en de vanillesuiker toe en meng dit door elkaar heen. Vervolgens voeg je de eieren toe. Bewerk het deeg met de vingers tot het stevig is geworden. Verdeel dit deeg in 3 gelijke stukken. Een deel laat je zo en de andere twee voeg je kleurstof toe. Bereidt de siroop voor door het water met de oranjebloesemwater en suiker ongeveer 15 minuten laten koken. Rol een bol deeg uit tot een rechthoek van 10 cm bij 5 cm en 1 mm dikte. Vorm van het amandeldeeg een lange sigaar zo lang als de breedte van het deeg (5 cm). Plaats deze amandeldeeg (sigaar) in het midden van het deeg en rol het op en sluit de uiteinden goed (eventueel met opgeklopte ei). Snijd er met een mes ruiten uit. Doe dit ook met de andere bollen deeg. Zet de koekjes op een bestoven bakplaat en zet ze ongeveer 10 minuten in een voorverwarmde oven. Haal de koekjes uit de oven en dompel ze in de siroop. Zet de koekjes is papieren vormpjes (het liefst van aluminium).