Botervis Met Kerriesaus

Bereiding

Spoel de vis onder stromend koud water. Maak de filets droog met keukenpapier. Snijd de vis in blokjes (ca. 2 cm). Roer in een kommetje limoen of citroensap en wat zout en peper goed door elkaar. Sprenkel het mengsel over de visblokjes. Laat ze ten minste 10 minuten liggen. Schep de blokjes van tijd tot tijd om. Maak de saus door eerst een pannetje met dikke bodem te verhitten. Laat de boter er in smelten en wacht tot het schuim begint weg te trekken. Roer de gesnipperde sjalot door de hete boter. Temper de warmtebron en laat de sjalot enkele minuten zachtjes fruiten. Roer de knoflook er door en voeg na 1 minuut kerriepoeder toe. Laat alles dan nog zo lang zachtjes fruiten tot de geur van het kerriepoeder vrijkomt. Roer de gezeefde bloem door het mengsel en blijf ten minste 2 minuten roeren. Schenk de bouillon en de room erbij. Blijf roeren tot een gebonden saus is verkregen. Laat de saus enkele minuten zachtjes sudderen. Schenk de saus door een fijne zeef in een ander pannetje. Roer geraspte sinaasappelschil door de saus en voeg zout, peper en de sojasaus naar smaak toe. Laat de saus opnieuw enkele minuten zachtjes sudderen. Verhit intussen een wok of bakpan en laat de olie er even door walsen. Maak de visblokjes droog met keukenpapier. Bak ze onder regelmatig omscheppen aan alle kanten in ca. vijf minuten goudbruin.