Los de gezeefde bloem op in een beetje koude melk tot alle klonters opgelost zijn en zet opzij. Verwarm de rest van de melk op een zacht vuurtje met 250 gr van de suiker, de citroenschil en het kaneelstokje, terwijl u voortdurend roert met een houten lepel. Neem de kom van het vuur en laat wat afkoelen. Klop nu de eierdooiers tot schuim en roer ze door de warme melk. Zet terug op het vuur en warm terug op terwijl u blijft roeren. Neem dan terug van het vuur en roer er de koude melk met bloem door. Zet een derde maal op het vuur en blijf roeren tot de massa de gewenste dikte bekomen heeft. Haal het kaneelstokje en de citroenschil uit de creme, giet in de kommetjes en laat afkoelen. Wanneer een vel gevormd is op het oppervlak van de creme, bestrooien met de overblijvende 100 gr suiker. Met een heet gemaakt brandijzer, een oud strijkijzer, een verfafbrander of simpelweg onder een gloeiende grill, het suikerlaagje karameliseren.