1 Schrap de karbonade met de botte zijde van het meslemmet af. Snijd het smalle randje vet tot op het vlees in. Bestrooi het vlees met peper en zout.
2 Rasp de schil van 1 citroen met zo weinig mogelijk van het witte deel van de schil. Hak de citroenrasp nog fijner met een keukenmes.
3 Meng de citroenpulp met de gehakte peterselie. Halveer de citroen en pers het sap uit 1 helft. Roer citroenpulp, peterselie en citroensap door elkaar.
4 Wrijf de karbonades in met het citroenmengsel en bestuif ze aan beide zijden met bloem.
5 Verhit de margarine tot het schuim begint weg te trekken. Bak de karbonades eerst even aan weerszijden aan en daarna aan beide zijden mooi van kleur.
6 Neem de karbonades uit de pan en leg deze op voorverwarmde vleesschotel. Zet ze weg op een warme plaats.
7 Blus de braadjus met sap uit de andere helft van de citroen. Voeg weinig heet water toe. Proef de jus en maak deze op smaak af met peper en zout.
8 Garneer de karbonades met de gekruide plakjes citroen en plukjes peterselie.