Laat in de bouillon (getrokken van b.v. 500 gr rundersoepvleesch) de Spaansche peper, het uitje en het laurierblad aftrekken tot de bouillon voldoende den smaak daarvan heeft aangenomen;zeef den bouillon en breng de vloeistof opnieuw aan de kook. Meng de Maizena aan met de kerry en zooveel koud water dat alles samen een gemakkelijk vloeibaar mengsel vormt; giet dit roerende in den kokende bouillon, laat de soep (roerende) nog even doorkoken, voeg er de inmiddels in water met zout gekookte gehakballetjes bij en de andere stukjes gekookt vleesch. Klop het ei (of den dooier) in de soepterrine flink uit elkaar, giet er roerende de heete soep bij en blijf daarna nog even roeren, om schiften van het ei te voorkomen.