Breng de bouillon aan de kook met de wortel, ui, peper en zout. Wees met het laatste voorzichtig als u gebruik maakt van bouillonblokjes. Na een kwartiertje is de groente wel gaar. Smelt in een klein pannetje de boter op laag vuur, roer de bloem erbij en laat die zachtjes goudgeel fruiten. Haal het pannetje van het vuur, schenk er wat van de warme bouillon in. Roeren, met garde om klontjes te voorkomen/ Telkens een klein beetje meer toevoegen tot u een smeuiig papje krijgt. Al roerend eerst even doorkoken, daarna toevoegen aan de rest van de bouillon, die dan een ogenblik koken moet, om zich tot een gladde gebonden soep te ontwikkelen. Schakel vervolgens het vuur uit. Klop de eidooier los met de room. Roer dit mengsel door de soep, die nu niet meer kookt. Dan de fijngeknipte kervel toevoegen. Schep de soep dadelijk in borden en leg daarin voor ieder een half hardgekookt ei, overlangs doorgesneden.