Doe de ossenstaarten en de hamschijf in een flinke pan, giet er het water of de bouillon bij en breng het langzaam aan de kook. Voeg zout toe en schuim zorgvuldig af tot er geen schuim meer aan de oppervlakte komt. Voeg dan wortel, het bouquet garni, de selderij, koolraap, kruidnagels en peperkorrels toe. Laat de soep 3 uur trekken (3 1/2 uur als het om hele grote ossenstaarten gaat). Neem de staarten uit de pan, zeef het nat en schep er al het vet af. Snijd de staarten bij de gewrichten in stukken en zet deze in 2 liter van het gezeefde nat op het vuur. Roer er, zodra het begint te koken, de arrowroot in en er voldoende zout en cayennepeper in om de soep flink te kruiden. Dien de soep heet op. Als u de soep laat trekken tot het vlees van de botten valt, krijgt u een bouillon die, afgekoeld, een vrij stevige gelei vormt. Als u deze gelei zeeft, laat indikken en vervolgens op smaak brengt met kruiden, ketchup of wat wijn, krijgt u een soep, die vele superieur zullen vinden aan de hierboven beschreven soep.