Zoek de mooie kwetsen uit en prik ze in met een goed scherpe vork,anders zal de schil barsten. Kook de azijn met de suiker en de kruiden tot alle suiker is opgelost. Laat dit afkoelen en giet dit over de kwetsen. Laat ze zo een week afgedekt staan en schud ze elke dag een keer om. Kook daarna de kwetsen voorzichtig in het vocht tot ze hun rimpels verliezen, ze mogen echter niet barsten. Gebruik daarom een pan met een grote bodem en bedek steeds alleen de bodem met een laag vruchten. Neem elke kwets die glad is geworden dadelijk uit het vocht, doe de vruchten in een goed schoongemaakte Keulse pot. Bedek ze met de vloeistof en sluit de pot af met een vochtig gemaakt stuk perkamentpapier of met cellofaan.