Was, tegen het einde van de marineertijd van het vlees de champignons en verwijder daarbij de harde en donkere delen. Sprenkel het citroensap over de champignons. Verwijder het kroontje van de tomaten, snijd ze overdwars door en strooi de oregano over de snijvlakken. Smelt 20 gram van de boter en laat de tomaten daarin even zacht worden. Neem ze uit de pan en bewaar ze op een warme plaats. Smoor in de gebruikte boter de champignons op een laaggedraaide warmtebron. Bestrooi ze met wat zout. Doe een deksel op de pan en verwarm een vuurvaste schaal. Neem de biefstuk uit de marinade en laat ze even uitdruipen. Dep het vlees droog met keukenpapier. Smelt in de koekenpan de rest van de boter en bak daarin het vlees zodra de boter heet is op een hooggedraaide warmtebron 6-7 minuten aan beide kanten bruin. Leg de biefstukken op een voorverwarmde vuurvaste schaal. Blus de hete boter af met de marinade en 4 eetl. water. Laat de jus even opkoken, giet wat jus over de biefstukken en geef de rest er apart bij. Garneer het vlees met de halve tomaten, de champignons en enkele blaadjes andijvie of veldsla.