De varkenslapjes met een keukenbijl of keukenhamer tussen plasticfolie goed pletten. Door de bloem halen en afkloppen. 4 schnitzeltjes door het losgeklopte ei halen en stevig in de paneermeel drukken. Het overtollige kruim eraf kloppen. Het vlees direct in hete boter met een scheutje olijfolie aan beide zijden krokant bakken en warm houden. De overige varkenslapjes goudbruin bakken in twee verschillende pannen. Uit de pannen nemen en even warm houden. In de ene pan het sjalotje en de paprikapoeder heel even laten meebakken (niet verbranden!), afblussen met witte wijn en de ongezoete room toevoegen. Even laten inkoken en 4 schnitzeltjes terug in de saus doen en warm houden. In de andere pan, de kappertjes, augurk, peterselie, mosterd en de zure room toevoegen en even laten inkoken. De overige 4 schnitzeltjes in de saus leggen en het geheel warm houden. We scheppen nu op ieder bord drie verschillende schnitzeltjes. De gepaneerde schnitzeltjes garneren met een plakje citroen, de overige schnitzeltjes met de bijbehorende saus serveren.