Doe bakmeel, suiker en boter in een kom. Strooi er kaneel en zout bij. Snij met 2 messen de boter in kleine stukjes. Kneed met koele, natte hand het deeg tot het niet meer kruimelt. Strooi wat bakmeel op het aanrecht en rol het deeg met de deegroller plat, tot 0,5 cm dikte. Verwarm de oven op 200 graden. Vet de bakplaat in. Leg de deegplak op de bakplaat (mbv het pannenkoekmes). Kluts 1 ei in een kopje met een vork. Bestrijk het deeg met het ei. Strooi dan amandelschaafsel en kristalsuiker over het deeg. Zet de bakplaat in het midden van de oven. Bak de koek in 15 min. gaar. Haal de koek uit de oven en laat hem 5 min. afkoelen op de bakplaat. Snij de koek in vierkantjes (5x5 cm), til de koekjes met een mes van de bakplaat en laat ze verder afkoelen op een schaal.