Was de maag in koud water, schraap hem goed af, maak hem goed schoon en laat hem een nacht in koud water met wat zout liggen. Was de lever, het hart en de longen, leg ze in een pan kokend water met een theelepel zout en laat ze 2 uur koken, met de luchtpijp over de rand van de pan. Laat ze afkoelen. Maak een grote, zware koekenpan heet en rooster het havermeel tot het droog en iets donkerder gekleurd, maar niet bruin, is. Snijd de luchtpijp van de afgekoelde longen. Maal de helft van de lever (de andere helft wordt niet gebruikt) het hart, de longen, het rundvet en de uien. Voeg het havermeel, de peper, het zout, de kruiden en ongeveer 1/2 liter van het kookvocht toe en meng goed (het mengsel moet zo dun zijn, dat het net van de lepel afdruipt). Vul de maag voor iets meer dan de helft met het mengsel en naai hem dicht. Leg de haggis in een pan kokend water en laat hem 3 uur koken. Prik er af en toe in om barsten te voorkomen. Dien hem heet op met aardappelpuree, koolraap en natuurlijk een ′quaich′ (houten bekertje malt whisky).